Jurisprudentie: bedrogen werkgever geeft te snel ontslag
Een werknemer liegt aantoonbaar over zijn ziekte en werkt niet mee aan zijn re-integratie. Hij wordt op staande voet ontslagen. Toch moet de werkgever achteraf alsnog zijn salaris en een transitievergoeding betalen. Reden: de werkgever had eerst een deskundigenoordeel bij het UWV moeten opvragen.
Werknemer doet voorkomen dat hij ernstige beperkingen ondervindt. Hij heeft bij zijn werkgever en de bedrijfsarts steeds aangegeven dat hij niet in staat is om te praten, normaal te functioneren, auto te rijden en dat hij slecht loopt en nauwelijks de deur uit komt. Een ingeschakeld onderzoeksbureau constateert echter dat hij zich ‘normaal’ gedraagt. Werkgever voelt zich bedrogen en ontslaat de werknemer op staande voet.
De kantonrechter heeft begrip voor dit standpunt, maar oordeelt dat werkgever eerst een deskundigenoordeel had moeten aanvragen bij UWV over de vraag of en zo ja in hoeverre werknemer arbeidsongeschikt is en of hij voldoende meewerkt aan zijn re-integratie. Daarna had werkgever eventueel kunnen overgaan tot een loonstop als bedoeld in artikel 7:629 lid 3 BW. En als dat geen effect zou hebben, een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter kunnen indienen. Werkgever heeft te snel gegrepen naar het middel van ontslag op staande voet.
De Kantonrechter vernietigt het ontslag op staande voet, maar ontbindt op verzoek van werkgever de arbeidsovereenkomst, met toekenning van de transitievergoeding aan werknemer.
Deze uitspraak toont maar weer aan hoe zorgvuldig werkgevers te werk moeten gaan met medewerkers die niet meewerken aan hun re-integratie en die beperkingen voorwenden die er zelfs helemaal niet zijn.