WGA Publiek
Wie betaalt de rekening?
Het aantal WGA-uitkeringsgerechtigden groeit gestaag. Uitkeringskosten die opgebracht moeten worden door de Nederlandse werkgevers. Tenminste, voor degene die verzekerd zijn middels het publieke stelsel. De organisaties die (nog) niet gekozen hebben voor het WGA-eigenrisicodragerschap hebben de laatste jaren, door het stijgend aantal uitkeringen, hun WGA kosten minimaal zien verdubbelen. Terwijl de private WGA-verzekeringspremie, door marktwerking, onder druk staat.
Een werknemer valt onder de WGA als, na twee jaar ziekte, uit de keuring blijkt dat hij/zij voor 35-80% arbeidsongeschikt is of volledig arbeidsongeschikt, maar enig herstel binnen 5 jaar is te verwachten (80-100% arbeidsongeschikt).
Alle werkgevers in het publieke stelsel betalen gezamenlijk de WGA-uitkeringen aan de werknemers van alle bedrijven die in dat publieke stelsel zitten. Middels de publieke premie wordt de zogenaamde Werkhervattingskas gevuld, waaruit de uitkeringen worden betaald. Hoe meer uitkeringsgerechtigden, hoe hoger de onttrekkingen uit deze collectieve pot. Terwijl de bijdragen aan deze Werkhervattingskas steeds lager worden omdat het aantal werkgevers dat deel uitmaakt van die collectiviteit daalt. Er zijn steeds minder schouders die de hogere lasten moeten dragen.
Het recht op een WGA-uitkering is wettelijk vastgesteld waardoor aan de uitgavenkant niets gewijzigd kan worden. Dus om tekorten te beperken moeten de inkomsten stijgen. De overheid heeft daardoor al een aantal jaren achtereen de publieke WGA-premie sterk moeten verhogen. Veel werkgevers hebben te maken gekregen met verdrievoudiging van de gedifferentieerde premie.
De regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) is een regeling onder de wet WIA voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten en tijdelijk volledig arbeidsongeschikten. De WGA kent verschillende soorten verzekerden, soorten uitkeringen en uitkeringsfases.
De Werkhervattingskas
De Whk financiert de uitkeringen voor twee groepen verzekerden namelijk voor arbeidsongeschikten met een vast dienstverband ten tijde van de eerste ziektedag en arbeidsongeschikten met een flexibel dienstverband. Het Whk financiert voor beide groepen de eerste 10 jaar van de uitkering. Voor de WGA Vast zijn dit uitkeringen die zijn ingegaan na 2006. Voor de WGA Flex gaat het om uitkeringen die zijn ingegaan na 2011.
Het Arbeidsongeschiktheidsfonds
Het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) financiert WGA vast uitkeringen die zijn ingegaan voor 2007.
De Sectorfondsen/het Ufo
De Sectorfondsen en het Ufo financieren WGA Flex uitkeringen die ingegaan zijn voor 2012.
Naast deze twee groepen van verzekerden is er nog een derde groep, te weten mensen zonder directe relatie met een werkgever. Uitkeringen voor deze vangnetgroep worden gefinancierd uit het Aof.
De Whk financiert volledig Loongerelateerde uitkeringen (LGU) en WGA-Vervolguitkeringen. De loonaanvullingen worden voor het deel tot aan de hoogte van de WGA-Vervolguitkering betaald uit de Whk en voor het deel boven de WGA-Vervolguitkering (het aanvullingsdeel) uit het Aof.